In een vallei, ver, ver weg, leefde eens een jongeman die beweerde dat hij het mooiste hart had van de hele vallei. Overal waar hij kwam toonde hij het aan iedereen die het maar wou zien, en inderdaad zijn hart was zo perfect als een hart kan zijn. De jongeman oogstte bewondering alom, en zijn hart zwol van trots.
Op een dag had hij weer een grote menigte rondom zich verzameld. Ze stonden midden in het dorp, en iedereen bewonderde zijn hart. Ze waren het er allemaal over eens: Dit hart was perfect! Het was ook helemaal gaaf, er was geen schrammetje of wond te zien. Dit was het mooiste en gaafste hart dat ze ooit hadden gezien. De jongeman was er erg trots op en pochte honderduit over zijn mooie en perfecte hart.
Opeens stapte een oude man uit de menigte naar voren en zei “Waarom is jouw hart niet zo mooi als de mijne?”. De oude man liet zijn hart zien en iedereen keek ernaar. Het sloeg krachtig, maar het zat vol littekens en er waren plaatsen waar stukken uit waren gehaald en andere stukken in waren gezet, en deze stukken pasten niet mooi in de gaten maar hadden rafelige hoeken. Er waren zelfs plaatsen bij waar hele stukken uit zijn hart ontbraken. De mensen keken verbaasd. “Hoe kun je zeggen dat jouw hart het allermooiste is?”, dachten ze.
Ook de jongeman keek naar het hart van de oude man en zag de staat waarin het verkeerde. Hij lachte “Je maakt zeker een grapje,” zei hij, “Vergelijk jouw hart eens met de mijne. Die van mij is perfect en de jouwe is een puinhoop vol littekens en scheuren.”
“Ja,” zei de oude man, “jouw hart ziet er perfect uit, maar ik zou niet met je willen ruilen.” “Kijk” sprak hij, “elk litteken vertegenwoordigt een persoon aan wie ik mijn liefde heb gegeven: ik scheur een stukje uit mijn hart en geef het aan die persoon en vaak geven ze een stukje van hun hart aan mij terug om zo de lege plaats op te vullen.”
“Maar de stukjes zijn niet precies hetzelfde. Ik heb gerafelde hoeken, dat ben ik met je eens, maar het herinnert me er aan dat we liefde met elkaar hebben gedeeld. Soms geef ik een stukje van mijn hart weg en heeft de ander me geen stukje van zijn hart teruggegeven. Dat zijn de lege gaten, het geven van liefde is een risico.”
“Ook al zijn die gaten in mijn hart pijnlijk, ze blijven open. Het herinnert me eraan dat ik ook liefde voor deze mensen heb en ik hoop dat ze op een dag zullen terugkeren en het gat zullen opvullen.”
“Zo,” zei hij “zie je nu wat echte schoonheid is?”
De jongeman stond roerloos, tranen rolden over zijn wangen. Hij liep naar de oude man toe, greep in zijn perfecte hart, scheurde er een stuk uit en met trillende handen bood het aan de oude man aan. De oude man nam zijn offer aan, plaatste het in zijn eigen hart, en nam een ander stuk uit zijn hart en plaatste het in de wond van het hart van de jongeman.
Het paste niet perfect en er zaten wat rafels aan, maar de jongeman keek naar zijn hart, niet meer perfect, en hield ervan als nooit tevoren. Het was nu mooier als voorheen, omdat de liefde van de oude man nu ook door zijn hart stroomde.
Ze omhelsden elkaar en wandelden zij aan zij weg….